Column van de Dag: De kleinere steden in Toscane en Umbrië

Foto: Pixabay

Praat over Toscane en in dezelfde ademtocht praat je over Florence, de hoofdstad van de regio Toscane, de bakermat van de renaissance en daarmee een van de bekendste cultuursteden van Europa. Een stad waar Anke binnenkort in een aparte column aandacht aan zal besteden. Alleen… vandaag richt Anke zich op de kleinere steden in Toscane en Umbrië.

De kleinere steden in Toscane en Umbrië (door: Anke Hupkes / foto’s: Wikipedia)

Zoals aangegeven richt ik me in deze column richt ik me op de kleine steden in Toscane en Umbrië. Onder de Nederlanders is de regio Toscane is het bekendst. Maar het lieflijke Umbrië ten zuiden van Toscane is zeker zo mooi. Voor Toscane kun je met Transavia aanvliegen op Pisa of met de KLM naar Florence, de reisduur is zo’n 2 uur.

Laten we beginnen bij de scheve toren van Pisa: Tsja, wat is er meer over te vertellen dan dat de scheve toren scheef staat en dat er een toeristische markt is. Wat mij betreft dus gauw wegwezen, alhoewel Pisa zelf best aardig is.

Lucca
Ten noorden van Pisa ligt Lucca, omgeven door een enorme met bomen begroeide stadswal uit de 16e en 17e eeuw. Je kunt er een prachtige wandeling over maken. Lucca heeft zoals elke stad vele prachtige kerken en musea, bovendien is de  componist Puccini van o.a. de opera’s Tosca, La Bohème en Madame Butterfly hier geboren.(1858-1922)

San Gimignano
Ook zeer de moeite waar is de torenstad San Gimignano, vanzelf bekend om de vele torens. Als je weg loopt van het drukke kerkplein, kom je bij verstilde achterafjes. Het is klein, maar absoluut een bezoek waard.Siena
Vervolgens gaan we door naar Siena met het mooiste plein dat ik ooit gezien heb, Il Campo ,rondom allemaal terrassen, waar het heerlijk toeven is tijdens de warme middaguren.  Het plein lijkt op een schelp met onderaan het gemeentehuis tegenwoordig het stedelijk museum.

Uitgerust loop je verder naar de prachtige Duomo Nuovo met de doopkapel S. Giovanni.  Dan verder naar de Nationale pinakotheek ( schilderijen dus). Waarom weet ik zelf  niet meer,  maar daar ben ik nog nooit in geweest. Wellicht was ik te veel onder de indruk van het prachtige uitzicht wat je van daaruit hebt over het Toscaanse platteland.Hoteltip: In Siena sliep ik 2 keer tot volle tevredenheid in het Jolly hotel, een prima keten overigens.

Op een ochtend liep ik de VVV binnen , om te vragen of er mogelijkheid was om per bus naar Volterra te gaan. Dat zou erg ingewikkeld worden en ik ben derhalve ook nooit in deze Etruskische plaats geweest.

Palio
Wel kreeg ik te horen dat er een soort voorfeest van de Palio was, een wedstrijd met paarden, waarbij de bevolking van de diverse parochies tegen elkaar strijden. Ik ben er de hele dag  achteraan gesjokt, bij elke kerk gingen de mannen in hun middeleeuwse kostuums naar binnen, riepen iets wat ik niet kon verstaan en gingen weer verder.’s Avonds werd op een stampvol Il Campo bekend gemaakt welke parochie gewonnen had en ik Herinner mij nog de grote teleurstelling van de mensen om mij heen, die verloren hadden.

Arezzo
Ten westen van Siena ligt het bergstadje Arezzo, dat in de middeleeuwen strijd leverde tegen Florence, dat in die tijd steeds groter werd.  Ook hier een prachtig Piazza Grande met aan de noordkant van het plein een prachtig Palazzo delle Logge, ontworpen door Giorgio Vasari, die in Arezzo woonde.

Perugia
Ten zuiden van Arezzo ligt in Umbrië de universiteitsstad Perugia, tevens hoofdstad van Umbrië en één van de mooiste steden in Italië.  Het is een prachtige Etruskische  stad met het immense Palazzo del Capitano del Popolo , waar ik een prachtige expositie  van Raffael en Perugino zag.

In Toscane en Umbrië hebben de Etrusken gewoond van 900 voor Chr. Tot zo’n 300 voor Chr. toen ze opgingen in het Romeinse Rijk. De Romeinen zijn echter in eerste instantie erg beïnvloed door dit volk  wat betreft de cultuur, Schrift en godsdienst. De Etrusken hebben zelfs 150 jaar over Rome geregeerd. Het volk is o.a. bekend om zijn kunst. In Perugia is nog veel van de Etruskische bouw en kunst terug te vinden. Ik sliep er in het “Arte e Vini”hotel**** dat tegenover het Chocohotel*** lag.

Lago Trasimeno
Om tot rust te komen was ik nog enkele dagen op een voor mij zeer geliefde plek in Umbrië, Het meer van Trasimeno. Gewoon lekker met een boek op het plein voor hotel Miralago en dan wat rondkijken, naar de plaatselijke bevolking en van de sfeer genieten. In het midden van het meer ligt het Isla Maggiore. Hier is nog eind 19e eeuw het zg.” Villa Isabelle” gebouwd, een kopie van een middeleeuwse burcht, dat nu langzaam in elkaar stort. In de vroegere feestzaal staat nog de piano onder centimeters stof.
In de “hoofdstraat”zie je de vrouwen kantklossen en kun je heerlijk eten, terwijl je wacht op de ferry terug…

Kortom: Toscane en Umbrië is een prachtige bestemming om als Fly-Drive te doen.

Cookieinstellingen