Verhaal van de Dag: Het Broekie van Jantje

Foto: Wikipedia

Het Verhaal van de Dag brengt je vandaag 100 jaar terug in de tijd, naar 5 augustus 1919 toen in Leiden Mary Servaes werd geboren. Later zou zij bekend worden als de Zangeres zonder Naam, de ‘Koningin van het Levenslied’

(tekst: Wim Meijer)

Herinneringen
Sommige dingen kunnen het verleden dichtbij brengen. Muziek is zo’n ding. Hoor ik bijvoorbeeld Eloise van Barry Ryan dan waan ik mij terug in 1968 op IJsbaan de Volharding in Heemstede: strontverliefd, onmachtig stuntelend op mijn Friese doorlopers achter mijn eerste ‘grote liefde’ aan. Een onmogelijke opgave, want ze was veel sneller en behendiger dan ik en wist daarbij niets van mijn zorgvuldig verstopte gevoelens.

En er zijn meer van die nummers. Bij Pour un flirt van Michel Delpech dans ik opnieuw mijn allereerste Foxtrott, en bij Staying Alive van The Beegees waan ik mij terug in een cocktailbar aan de Boulevard Malesherbes in Parijs, waar die derde cocktail, in combinatie met de vrieskou van die januarinacht, mij gewillig in de armen dreef van mijn vriendin. Op zich had het slechter af kunnen lopen.

Broekie van Jantje
Maar echt ongemakkelijke gevoelens bekruipen mij vooral bij het liedje ‘Het broekie van Jantje’. Bij de jongere generatie zal er niet meteen een zucht van herkenning door de ruimte gaan. En dat is fijn voor die jongere generatie. Mijn leeftijdsgenoten en ouderen zullen echter meteen weten waar ik het over heb.
Het broekie van Jantje is het dramatische verhaal van een klein kereltje dat een gat in zijn broek had waardoor zijn achterwerk een soort van ‘openbaar kunstbezit’ werd. Het gevolg: Jantje werd genadeloos gepest in een tijd dat er nog geen ‘Project P’ bestond. De enige oplossing was dus: een nieuwe broek. Alleen kon moeder die niet betalen, dus trok zij haar rok uit en maakt daarvan een broek voor Jantje. Niet ècht een oplossing, want daarna ging moeder van armoe dood. Kortom: drama alom. Alleen… wat heeft dat met mij te maken?

Kokosmat en pijnlijke knieën
Welnu, ik was gewoon een soort Jantje. Binnen spelen deed ik vooral op de grond, kruipend met autootjes. En dat was helemaal niet goed voor lange terlenka broeken, zeker niet als de vloerbedekking bestond uit kokostapijt, zoals bij ons het geval was. En speelde ik niet binnen, dan speelde ik buiten, rennend, klimmend, glijdend en vooral veel vallend. En ook daar waren mijn broeken niet op gemaakt. En daar werd mijn moeder vervolgens niet blij van, met als gevolg dat zij mijn schuldgevoel genadeloos bespeelde met het liedje ‘het Broekie van Jantje’.

Ik bleek daar gevoelig voor. Ze raakte hiermee mijn twee grote angsten: De angst dat ze haar rok uit zou trekken, en de angst dat ze van narigheid dood zou gaan. Voor beide voelde ik mij min of meer verantwoordelijk.

Levenslied zonder levensvreugd
Het Broekie van Jantje is illustratief voor hoeveel ellende er in een liedje gestopt kan worden. En er waren in die tijd, ik praat over de vijftiger jaren, heel wat die liedjes. Levensliederen, die meestal gespeend waren van iedere vorm van levensvreugde. Toch bleek het een genre dat in de eerste decennia na de oorlog ongekend populair was. Zo populair zelfs dat de liefhebbers hun eigen Koningin van het Levenslied hadden in de persoon van Mary Servaes, de Zangeres zonder Naam.

Moeilijke jeugd
Mary (Rietje) Bey werd geboren op 5 augustus 1919 (op de 10e verjaardag van mijn moeder! Toeval bestaat niet!) in Leiden als achtste in een gezin met tien kinderen. Haar jeugd kenmerkte zich door armoede en fysieke problemen. Nadat ze op haar 3e jaar bij een val haar heup had gebroken, was ze bijna 10 jaar lang aan bed gekluisterd. Problemen met haar ouders ontstonden toen ze als 12-jarig meisje zich ‘stiekem’ katholiek liet dopen.

Deze problemen werden onoverkomelijk toen ze op haar 17e een relatie kreeg met de katholieke Rudolph en zwanger raakte, waarna ze in Kampen abortus liet plegen. Deze abortus verliep zo amateuristisch dat ze daarna geen kinderen meer kon krijgen. Na de abortus bleef Mary de eerste tijd nog bij haar zus in Kampen wonen.

Naar Maastricht
Gedurende de oorlogsjaren verhuisde Mary naar haar broer in Maastricht, waar ze haar echtgenoot Jo Servaes ontmoette.

In de jaren na de oorlog trad ze vooral in Maastricht op als zangeres in cafés. Dit duurde tot 1957. Toen belandde een demo van een zanger, voor wie zij de achtergrondzang had gedaan, bij Johnny Hoes. Deze was vooral gecharmeerd van de stem op de achtergrond en nodigde Mary uit voor een auditie, waarna ze een platencontract kreeg.

Johnny Hoes
De artiestennaam ‘Zangeres zonder Naam’ kwam ook uit de ‘hoge hoed’ van Johnny Hoes, wellicht ingegeven door de Franse zanger Roland Avellis die bekend stond als “Le chanteur sans nom”.

De eerste single die de Zangeres zonder Naam uitbracht was Kindergebed. De plaat werd meteen redelijk verkocht, maar het echte grote succes kwam in 1959 met haar eerste ‘gouden’ single Ach vaderlief, toe drink niet meer. Het zou de eerste hit zijn uit een lange reeks die ze in de volgende 25 jaar zou scoren.

Na ‘Ach Vaderlief, toe drink niet meer’ volgden tientallen hits waaronder De blinde soldaat (1962), Mexico (1969, 1986), Het soldaatje (1971), Mandolinen in Nicosia (1972), Keetje Tippel (1975), ’t Was aan de Costa del Sol (1975) en Vragende kinderogen (1982). In totaal nam ze meer dan 550 liedjes op.

Moeder aller homo’s
Opvallend was het optreden van de Zangeres zonder Naam toen ze in 1977 zelf een protestlied schreef tegen de Amerikaanse anti-homorechtenactiviste Anita Bryant en dit opnam onder de titel Luister Anita. Met haar tekst “Maar beste vent hou gerust van je vriend, en strijd voor je rechten, desnoods ervoor vechten. Waar ze jou van beschuldigt heb jij niet verdiend” verwierf zij in een keer haar status van “Moeder aller homo’s” in Nederland.

Paradiso
In de jaren tachtig scoorde Mary Servaes nog slechts bescheiden hits, totdat ze op 23 Mei 1986 een concert mocht geven in de Amsterdamse Rocktempel Paradiso, waarbij al haar oude succesnummers de revue passeerden.

De avond werd een legendarisch succes, waarbij vooral de live-versie van haar Mexico de zaal op z’n kop zette en later als single de 4e plaats bereikte van de Nederlandse Top-40. Het concert betekende een comeback en een nieuwe generatie fans waarvoor ze steeds vaker optrad in discotheken, veelal samen met de groep Normaal, waarbij ze zelfs een stevige Rock around the Clock niet uit de weg ging.

Mijn Leven
Haar optredens gingen door tot 31 december 1987. Toen gaf zij haar afscheidsconcert in Tilburg, wat zij afsloot met haar eigen versie van de wereldhit My Way, onder de titel Mijn Leven.

Zelf zag ze dit afscheid als een begin van een gelukkige oude dag met haar man Jo. Het mocht niet lang duren. In 1990 overleed Jo geheel plotseling op 67-jarige leeftijd. Daarna ging de zangeres ook snel achteruit. De laatste jaren leed ze zowel aan dementie als aan de Ziekte van Parkinson. Op 23 oktober 1998 overleed ze aan een hartstilstand in een verzorgingstehuis in Horn.

Cookieinstellingen