Nationale Tuinvogeltelling: de gedroomde activiteit voor iedere huismus

Foto: Wim Meijer Fotografie

Dit weekend zijn we (ivoor de 20e keer) weer lekker bezig: vogelhuisjes in de tuin, vetbollen en pindakettingen opgehangen en zonnepitten en broodkruimels in het gras. Laat onze gevleugelde vriendjes maar komen! Vorig jaar telden we met elkaar maar liefst 1,2 miljoen vogels! Hoeveel dat er dit jaar worden is afwachten, maar dat de huismus weer nummer 1 wordt lijkt nauwelijks nieuws. Vandaar een verhaal met behalve aantallen, ook enkele bijzondere vogelweetjes.

(Tekst: Wim Meijer)

Slepend de winter door
Zo’n maand januari, en zeker de tweede helft daarvan, dat is steeds een kwestie van even doorbijten. Het is allemaal ‘net niet leuk’. De feestdagen zijn voorbij, de goede voornemens voor het nieuwe jaar blijken nu al te hoog gegrepen, de bankrekening staat donkerrood, de temperaturen zijn onaangenaam (maar ook weer niet laag genoeg voor een Elfstedentocht) en de jaarlijkse griepgolf staat te popelen. Zeg nu zelf: Daar is toch niets positiefs te bedenken! Hoe kom in ’s hemelsnaam op een prettige manier de tweede helft van januari door? Welnu, daar heeft Vogelbescherming Nederland een oplossing voor bedacht.

(foto: IVN)

Nationale Tuinvogeltelling
In een tijd die zich leent voor depressiviteit hebben zij een opbeurend evenement in het leven geroepen: de Nationale Tuinvogeltelling. De bedoeling is dat er zoveel mogelijk mensen dit weekend zich strategisch ‘nestelen’ op een plek met uitzicht op tuin of balkon om gedurende een half uur alle vogels te tellen die in de tuin komen, en dat gespecificeerd per soort. Nou… is dat leuk, of is dat leuk? Vogeltellend de winter door! Voor mijn vader zou het de mooiste dag van het jaar geweest zijn. Hij was gek op alles wat te maken het met tellen, rekenen, getallen en lijstjes.

Huismus aan kop
Voor wie echter niet belast is met een dergelijke ‘tel-tick’ lijkt het mij een nauwelijks enerverende bezigheid. Daar komt bij dat het doel van de hele exercitie mij niet helemaal duidelijk is. Want wat kun je nu afleiden van de uitslag van deze telling? Al jarenlang is de nauwelijks onthullende conclusie van dit circus dat de huismus de meest voorkomende vogelsoort is rond ons huis (waarom zou het beestje anders ‘huismus’ heten?) op enige afstand gevolgd door de koolmees.

(foto: Pixabay)

Aardig gegeven, maar wat moeten we ermee? Wat kun je daar nu uit concluderen? Zegt dat iets over te toename of afname van het mussen- respectievelijk koolmezenbestand in Nederland? Of zegt het meer iets over het voedergedrag in Neerlands tuinen?

Broodkruimels en pindakettingen
Zou het niet toevallig kunnen komen door het simpele feit dat we collectief broodkruimeltjes strooien en pindakettingen ophangen? Immers, mussen eten brood en koolmezen zijn gek op pinda’s. Een merel daarentegen zal voor die kruimels en nootjes niet warmvliegen. Stel dat we in plaats van brood en pinda’s de tuin zouden bestrooien met lekkere verse aardwormen? Wedden dat dan de merels en lijsters opeens de meest voorkomende tuinvogels in Nederland zijn? Of nog leuker: dit jaar geen vogelhuisjes maar allemaal een tuinvijver met verse goudvisjes en voorntjes. De reiger zal stijgen met stip op de ranglijst van meest gesignaleerde tuinvogels.

(foto: Pixabay)

Uitslag niet het doel
Nu geeft Vogelbescherming Nederland ook wel toe dat niet zozeer de uitslag van de telling het doel is van deze ‘activiteit’ (vreemd woord voor iets waarvan je echt niet ‘uitgeteld’ zul  raken) maar dat het uiteindelijke doel meer is het enthousiasmeren van mensen voor (tuin)vogels. Het zien van de vogels maakt mensen wellicht nieuwsgierig naar de soort en de eigenschappen. En toegegeven: Het prikkelt. Want ondanks dat het ‘half uurtje vogels tellen’ misschien een wat duffe bezigheid lijkt, het heeft ertoe geleid dat ik op zoek gegaan ben naar de speciale eigenschappen van die vogels. Zag ik vogels slechts als een welkom stukje natuurlijke en levende decoratie van mijn achtertuin, na vandaag heb ik een geheel andere kijk op deze gevederde vriendjes. Want echt, ze blijken in veel gevallen slimmer dan je denkt.

Slimme kraai
Neem bijvoorbeeld de kraaiachtigen. Daarvan is bekend dat ze in staat zijn om gereedschappen te gebruiken om hun doel te bereiken. Om dat te bewijzen deed de Britse onderzoeker Christopher Bird (hoe bedenk je de naam?) een test met vier roeken. Hij vulde een glazen buisje voor een derde met water. Op de waterspiegel dreef een wormpje, waar de roeken (nog) niet bij konden komen, omdat het buisje te smal was. De roeken probeerden niet eens om hun hoofd in het buisje te steken. Maar toen Bird een stapeltje steentjes naast het buisje legde, begonnen de vogels de steentjes in het buisje te gooien, net zolang tot de waterspiegel hoog genoeg was om de worm te verschalken.

Notenkraker en snowboarder
En dan de kraai die een walnoot wilde openen. De slimmerik ging op een elektriciteitskabel zitten boven een zebrapad. Daar liet hij de walnoot vallen, wachtte rustig totdat een auto eroverheen reed. Vervolgens wachtte hij tot het voetgangerslicht op groen sprong, om snel naar het zebrapad te duiken en daar de geopende walnoot weg te grissen voor de voeten van de overstekende voetgangers.
Maar het kan nog gekker. Want behalve eten wil een kraai ook wel eens een beetje vertier. Wat dacht je van snowboarden? Deze kraai heeft daar zo zijn eigen oplossing voor gevonden:

Kunstkenners
Opmerkelijk is dat vogels zich ook laten gelden op het gebied van kunst. Denk bijvoorbeeld aan muziek: Een internationaal consortium neurowetenschappers heeft ontdekt dat zangvogels tot 2000 verschillende melodieën kunnen leren. En nòg opmerkelijker: Dezelfde wetenschappers ontdekten dat duiven tot 725 verschillende visuele patronen kunnen onthouden en zelfs in staat zijn om een Picasso van een Monet te onderscheiden. De Japanse psycholoog Shigeru Watanabe en zijn collega’s van de Keio-universiteit in Tokyo gaven duiven schilderwerken te zien in twee stijlen: kubisme en impressionisme. Na enige tijd onderscheidden de duiven niet alleen Picasso van Monet, maar deelden ze zelfs de schilderijen van impressionisten zoals Cezanne en Renoir in bij Monet en die van Braque en Matisse bij Picasso.

Picasso vs Monet (foto’s: Wikipedia)

Als we maandagochtend de krant openslaan lezen we ongetwijfeld het bericht dat wederom de huismus de meest getelde tuinvogel is. Na het voorgaande is dat wel het minst opzienbarende wat over vogels te vertellen is.

Cookieinstellingen