Nostalgische winter met autoloze zondagen dankzij ‘Kiele Kiele Koeweit’

Foto: Flickr - Nationaal Archief

De rubriek ‘Verhaal van de Dag’ neemt je vandaag 45 jaar mee terug in de tijd, naar 4 november 1973, toen Nederland op zondag de auto moest laten staan, met dank aan de Arabieren.

Nostalgische winter dankzij ‘Kiele Kiele Koeweit’ (Tekst: Wim Meijer)

Als je wilt rolschaatsen op de snelweg zul je even Koeweit moeten kietelen. Dat konden we ervaren op zondag 4 november 1973, vandaag 45 jaar geleden, toen premier Joop den Uyl afkondigde dat we op zondag de auto moesten laten staan. Nederland was opeens weer ‘gezellig’… zij het tegen wil en dank.

Na ruim 20 jaar ‘gevangen’ te zijn geweest in een benauwende wereld van ongeveer 30 kilometer omtrek, werden  voor mij in één keer alle grenzen geslecht. Nadat de examinator van het CBS goedkeurend mijn verrichtingen achter het stuur had beoordeeld en ik dat roze papiertje in mijn portefeuille kon stoppen, had ik nog twee dingen op het programma staan: mij ontdoen van mijn weliswaar gewaardeerde Puch maxi en vervolgens met mijn schaarse financiële middelen op zoek naar een auto.

‘Botervlootje’

Botervlootje
Die auto kwam in de vorm van een tien jaar oud ‘botervlootje’. Voor de niet-kenners: ‘Botervlootje’ was de bijnaam van de Fiat 124 (later ook op de markt als de Lada 1200) Zoals de bijnaam al doet vermoeden, moet het wagentje het niet hebben van zijn sportieve uitstraling. Het was gewoon recht toe, recht aan, lag met z’n bijna 1000 kilo als een huis op de weg, had met z’n één-op-zeven chronische dorst en had een carrosserie die sneller roestte dan dat de banden sleten. Maar…… hij reed! Hij reed als een tierelier….. aangenomen dat ie wilde starten, want daar wilde bij temperaturen onder nul nog wel eens een probleempje ontstaan, ondanks de handshoke. Misschien zelfs wel ‘dankzij’ de handshoke, waarmee je bij overvloedig gebruik ten gevolge van ongeduld, de motor nog wel eens wilde ‘verzuipen’.

Benzineprobleem
Oké, genoeg over die Fiat 124. Ik was mobiel, de wijde wereld was de mijne geworden. Mijn weekenden zouden nooit meer hetzelfde worden. En dat laatste werd bewaarheid, alleen niet op de manier waarop ik die vooraf in gedachten had gehad. Probleem van de auto bleek: Hij reed op benzine. En benzine kwam uit het Midden Oosten. En juist in 1973 begonnen ze in het Midden Oosten een beetje moeilijk te doen.

Jom Kipoeroorlog (foto: Wikipedia)

Jom Kipoeroorlog
Op 5 oktober 1973, op de Joodse verzoendag Yom Kippoer, voerden Syrië en Egypte een gezamenlijke aanval uit op Israël om hun in 1967 kwijtgeraakte gebieden terug te veroveren. De Verenigde Staten en veel andere westerse landen steunden Israël onvoorwaardelijk. En vooral Nederland schroomde niet afschuw te uiten over de aanval. Deze steun schoot helemaal verkeerd bij de Arabische olieproducerende landen, verenigd in de OPEC. Deze besloten dan ook om de olietoevoer naar de Israël-steunende landen stop te zetten.

Autoloze zondag
Het gevolg was dat de westerse landen gedwongen werden om energiebeperkende maatregelen te nemen. De meest in het oog springende maatregel was het invoeren van de autoloze zondag. Onder aanvoering van de toenmalig PvdA-premier Joop de Uyl werd op 30 oktober aangekondigd dat er op zondag niet meer mocht worden gereden met auto’s en andere motoraangedreven voertuigen. En op zondag 4 november 1973 werd het fenomeen ‘autovrije zondag’ voor het eerst werkelijkheid.

Groen Links, de Partij voor de Dieren, Vroege Vogels en flora- en fauna-ambassadeur Midas Dekkers moeten, voor zover ze al bestonden, de tijd van hun leven gehad hebben. Niks CO2-uitstoot, geen razende auto’s door voormalig natuurgebieden, geen gierende banden over asfalt, nee…. rust en kalmte.

Was de zondag verworden tot een bijna sleurend ritueel van: met de auto even langs opa en oma en vervolgens ‘een stukje rijden’, nu bleek dat je in Nederland, in gebieden waar je anders met 100 kilometer per uur doorheen reed, ook leuke dingen kon doen en beleven.

Autoloze zondag Haarlem gefilmd 1973 door Theo Hoekstra

Nostalgie en solidariteit
Massaal greep Nederland de fiets, wandelde door bos en duin en ging rolschaatsen op de verlaten snelwegen. Menig paard en wagen werd letterlijk van stal gehaald om het praktische en het nostalgische met elkaar te verenigen. De autoloze zondag werd een ‘uitje’ op zichzelf. Daarbij gaf het een soort van solidariteitsgevoel. Zo van: Wij laten ons mooi niet gek maken door die Arabieren.

Sluiten van de Arabische oliebronnen bleek inspiratiebron voor Farce Majeure

Tien weken ‘winterpret’
Bijna 10 weken lang duurde dit historische feestje. Tien weken waarin ik alleen maar kon kíjken naar mijn nieuwe oude Fiat 124, die al die tijd bijna letterlijk stond weg te roesten. De bevrijding kwam uiteindelijk op 6 januari 1974, toen ook Joop den Uyl inzag dat het effect van die autoloze zondag niet echt optimaal was. In de praktijk bleek dat er weliswaar op zondag geen auto’s reden, maar dat het gebruik op vrijdag en zaterdag explosief toenam. Per saldo leverde het dus uiteindelijk slechts ongemak op, in combinatie met een nostalgisch feestje. En hoe leuk dat laatste ook mocht zijn, na een paar keer ging dat toch ook vervelen, zelfs voor Joop den Uyl.

Arabieren op verkeerde been
Naar later bleek, paste de autoloze zondag perfect in de calvinistische zuinigheidsidealen van onze toenmalige premier. Maar de echte noodzakelijkheid met betrekking tot mogelijke olieschaarste zou niet aanwezig zijn geweest, omdat het Westen zelf nog over voldoende voorraden beschikte. Volgens voormalig minister Westerterp diende het doorgaan met autoloze zondagen vooral om de Arabieren niet te inspireren tot het doorvoeren van nog meer maatregelen. In het Midden Oosten moest men het gevoel hebben dat het Westen hard getroffen werd, en dat idee werd met deze zondagen in stand gehouden.

Einde botervlootje
Vanaf de 2e helft van januari was de wereld weer echt van mij. Als een vorst reed ik met mijn ‘botervlootje’ tot Parijs en zelfs tot in de meters sneeuw van het Duitse Harz-gebergte. Dat laatste had ik nou niet moeten doen. De sneeuw en pekel bleken een destructieve uitwerking te hebben op de toch al zo tere huid van mijn Fiat 124.

Een maand later haalde de politie op een late maandagavond mijn vierwieler van de weg toen bleek dat de chassisbalk bijna was doorgeroest. Teleurgesteld liep ik vanaf het politiebureau naar huis, een nieuwe autoloze periode tegemoet.

Cookieinstellingen