De laatste maanden lijkt het eindelijk door te dringen tot het grote publiek: Het gaat niet goed met de insecten. En als dat maar lang genoeg doorgaat dan gaat ’t ook niet goed met ons.
(tekst: Wim Meijer)
Insecticiden, vliegenmeppers, muggenolie… we trekken heel wat uit de kast in onze strijd tegen al die kruipende, vliegende, zoemende, kriebelende en prikkende beestjes. En met succes! Zo blijkt uit een recent Duits onderzoek, dat zich richtte op het insectenleven in 63 natuurgebieden in de omgeving van Krefeld (slechts 30 kilometer van de Nederlandse grens, dus ongetwijfeld ook representatief voor ons land). Wat duidelijk werd uit dit onderzoek is dat in de afgelopen 25 jaar het insectenbestand ongeveer met 80% is afgenomen.
Menig insectenhater zal bij het horen van dit nieuws zijn geluk niet op kunnen. Alleen, aan die geluksbeleving komt snel een einde als we ons realiseren wat de gevolgen kunnen zijn van het verdwijnen van de insecten.
Insecten zijn immers enorm belangrijk. Denk alleen maar even aan bijen en vlinders: die bestuiven bloemen en landbouwgewassen en zijn onmisbaar voor onze biodiversiteit. Maar ook andere insecten hebben zo hun nut, al is het alleen al vanwege het feit dat ze weer een voedselbron vormen voor tal van vogels, amfibieën, kleinere zoogdieren of andere insecten.
Insecten en schimmels beste maatjes
Weliswaar mag het nu pas prominent in het nieuws komen, voor Natuurmonumenten en andere natuurbeschermende organisaties is het al lang geen verrassing meer. Zij spelen al geruime tijd in op deze situatie. Zo is men al jaren geleden gestopt met het ruimen van omgewaaide bomen en ander ‘oud hout’ in bossen en duinen. Waarom? Welnu, omdat dood hout een ideale leefomgeving vormt voor veel soorten insecten zoals bastkevers, boktorren, prachtkevers, houtwespen, bladsprietkevers slakken, springstaarten en aaltjes.
Hierbij worden de insecten nadrukkelijk geholpen door paddenstoelen (schimmels) die de afweer van het hout afbreken, waardoor meer insecten in het hout kunnen leven. De insecten op hun beurt verslepen de sporen van de paddenstoelen die zich daardoor weer kunnen vermenigvuldigen.
Met elkaar zorgen ze er uiteindelijk voor dat het oude hout vermolmt en weer een voedingsbodem vormt voor jonge bomen en groen.
Een andere plek waar veel insecten zich helemaal happy voelen is tussen de hopen afgevallen en veelal vochtige herfstbladeren. Alleen blijkt ook hier weer dat niet iedereen even blij is met het kleurrijke herfsttapijt, en dus grijpt men massaal naar de bladblazer. Vooral in tuinen en langs de openbare weg gaat men als een soort ‘terminators’ het herfstblad te lijf en daarmee ook de vele insectensoorten die tussen al het blad hebben verschanst om daar hun composterende werk te verrichten. Hoe jammer voor de insecten, en hoe jammer ook voor het bodemleven, waarvoor het afgevallen blad juist een enorme voedselimpuls is waarop mooi nieuw groen leven kan ontstaan.
Wat we van dit verhaal kunnen leren? Misschien een beetje bewustwording van het grote-, zeg maar gerust ‘levensbelang’ van insecten. Zonder insecten geen bestuiving, geen voedsel voor de vogels, en geen verwerking van dode dieren, planten en bomen tot weer letterlijk voedingsbodem voor nieuw leven.
Misschien moeten we gewoon af van dat geciviliseerde, geharkte, geschoffelde en schoongeblazen tuintje, en moeten we onze ogen openen voor de prachtige natuurlijke aanblik van ongerept dood hout, schimmels en herfstbladeren.
Bijgaande foto’s bewijzen wat ik bedoel: