Maar liefst 86% van de Noord-Hollanders maakt zich zorgen over de natuur; vooral de aanleg van de A8/A9 en toekomstige woningbouwlocaties bronnen van zorg. Dat blijkt uit de Nationale Landschap Enquête van
NatuurmonumentenVeel Nederlanders maken zich zorgen over het verdwijnen van bloemen, insecten en vogels in het buitengebied. Dat blijkt uit de Nationale Landschap Enquête van Natuurmonumenten uitgevoerd door Wageningen Environmental Research. Met ruim 45.000 respondenten, waarvan 6082 uit Noord-Holland, is het de grootste publieksraadpleging over ons landschap ooit. Natuurmonumenten roept de politiek op om het landschap te beschermen bij het maken ruimtelijke plannen.
Harger- en Pettemerpolder (foto: Wim Meijer Fotografie)
Ruim 45.000 volwassenen en 1.600 kinderen vulden de enquête in. 81% van de volwassenen maakt zich zorgen over ontwikkelingen in het landschap waarin zij leven. Marc van den Twee, algemeen directeur Natuurmonumenten: “Het valt mensen op dat ons landschap steeds stiller en kleurlozer wordt. Karakteristieke landschapselementen verdwijnen en bedrijventerreinen rukken op”. Ook de kinderen valt dit op: 76% maakt zich zorgen over het verdwijnen van dieren als vlinders, bijen, vogels en reeën.
Zorgen landschap Noord-Holland ’t grootst
Gemiddeld krijgt het Nederlandse buitengebied een 7,5 als rapportcijfer. Rond Amsterdam waarderen deelnemers van de enquête het landschap laag. Samen met Zuid-Holland zijn ook de zorgen over het landschap in Noord-Holland groot: 86% van de Noord-Hollanders is bezorgd over toekomstige ontwikkelingen en 77% wil meer ruimte voor natuur. Ook is er een duidelijke roep om de schoonheid van het landschap te beschermen (60%).
Schouwbroekerplas bij Haarlem Schalkwijk (foto: Wim Meijer Fotografie)
A8/A9
Willem Hellevoort van Natuurmonumenten: “De zorgen van de deelnemers van de enquête verbazen me niet. En er staat de komende tijd veel op het spel. Zo zijn de plannen voor een verbindingsweg A8/A9 een ramp voor het landschap en is de vraag waar de vele tienduizenden nieuwe woningen komen: in de nu nog open polders of toch in de steden?” Uit de enquête blijkt dat mensen hun woonomgeving hoger waarderen als ze meer dieren, bomen, houtwallen en bloemen zien. Marc van den Tweel, algemeen directeur Natuurmonumenten: “Wilde bloemen geven kleur aan onze omgeving en voeding aan insecten. Ze vormen de onmisbare basis voor sterke natuur. Vorig jaar wees onderzoek uit dat twee derde van alle insecten verdween in nog geen dertig jaar. Zonder bloemen geen insecten, zonder insecten geen vogels”.
Aagtenpark in Beveriwjk (foto’s: Wim Meijer Fotografie)
Meer ruimte voor natuur buiten natuurgebieden
Met alleen het beschermen van natuurgebieden kunnen we de Nederlandse natuur niet redden. Want robuuste gebieden kunnen tegen een stootje, terwijl kleine gebiedjes al gauw flink te lijden hebben onder bijvoorbeeld extreme droogte. Natuurmonumenten zet zich daarom in voor een bloemrijker Nederland. Iedereen kan helpen om plek te maken voor wilde natuur: in parken en tuinen, op bedrijventerreinen of in agrarisch gebied.
Inzaaien en minder maaien
Natuurmonumenten vraagt grondeigenaren hun bermen, slootkanten, parken en akkerranden in te zaaien met wilde bloemen en minder vaak te maaien zodat insecten voedsel en bescherming kunnen vinden. Een groot deel van ons platteland wordt beheerd door boeren. 81% van de deelnemers wil dat boeren beloond worden voor natuur- en landschapsvriendelijke maatregelen. Onze samenwerking met FrieslandCampina is daar een mooi voorbeeld van. Samen met boeren brengen we bloemrijke bermen en bloeiende weides terug. De boeren krijgen hiervoor extra betaald, terwijl bloemen en insecten meer ruimte krijgen.
Overheid als regisseur van het landschap
92% van de deelnemers aan de enquête vindt dat de overheid haar verantwoordelijkheid moet nemen als regisseur van het Nederlandse landschap. “Omdat we dan misschien tegen kunnen houden dat de natuur kwijt raakt,” antwoordt een kind op de vraag uit de Oerrr-kinderenquête waarom het landschap moet worden beschermd. Van den Tweel: “In een landschap waar natuur onder druk staat en tegelijkertijd woningen, bedrijven, infrastructuur en energieopwekking om ruimte vragen, is zorgvuldige afstemming en inpassing nodig.”
Duurzame energie opwekken op de juiste plaats (foto: Wim Meijer Fotografie)
Opwekken duurzame energie op de juiste plek
De respondenten geven ook het signaal dat zorgvuldige ruimtelijke inrichting nodig is. Ze vinden dat er ruimte moet blijven voor het opwekken van duurzame energie. Maar dan wel op logische plekken. Deelnemers (ruim 90%) vinden daken van woningen en bedrijven geschikt voor zonnepanelen. Windmolens willen ze bij snelwegen, havens en bedrijventerreinen (88%). Natuurgebieden en kleinschalige landschappen vinden deelnemers ongeschikt voor het opwekken van duurzame energie.
Verkiezingen
Marc van den Tweel: “Provincies zijn verantwoordelijkheid voor natuur en landschap. Zij nemen besluiten over de toekomst van ons land. Op 20 maart zijn de verkiezingen voor de Provinciale Staten. Dat is hét moment voor alle Nederlanders om te kiezen voor een groen en levend landschap.”
Hieronder de resultaten van de OERRR-kinderenquête:
Hieronder de resultaten van de Nationale Landschap Enquête: