Het collegevan B&W van heemskerk heeft besloten om de kasteeltuin Assumburg aan te wijzen als gemeentelijk monument. De Stichting Vrijwilligers kasteeltuin Assumburg had hiervoor een verzoek ingediend bij de gemeente.
Na onderzoek door het college en met een positief advies van de Erfgoedcommissie is nu besloten de monumentenstatus toe te kennen. Hiermee is het behoud van de kasteeltuin Assumburg voor de toekomst gewaarborgd.
Lange tijd was de grond rondom kasteel Assumburg in gebruik als tuingrond. In 2011 is de tuin van het kasteel aan de hand van historische prenten met veel inzet, energie en enthousiasme opnieuw aangelegd. Daarmee is een uniek stukje historisch Heemskerk in ere hersteld.
De kasteeltuin heeft in algemene zin en voor Heemskerk in het bijzonder dan ook een grote culturele en historische waarde. Wethouder Frank Frowijn: “Het kasteel en de tuin zijn een schitterend voorbeeld van de vele versterkte en adellijke huizen met bijbehorende tuinen die in het verleden voorkwamen in Heemskerk en in de regio. Denk hierbij ook aan Oud-Haerlem aan de Zuidermaatweg. Ook de combinatie van het kasteel én de classicistische gereconstrueerde tuin is van grote waarde. Als gemeente zijn wij enorm trots op deze bezienswaardigheid en de vele vrijwilligers die een groot deel van het onderhoud van de tuin voor hun rekening nemen. Ook op hun onderkomen, het prachtige bezoekerscentrum ‘het Koetshuijs’, zijn we als Heemskerk natuurlijk erg trots.”
Geschiedenis
Kasteel Assumburg kent een interessante geschiedenis. Deze geschiedenis gaat terug tot de tweede helft van de 13e eeuw of de eerste helft van de 14e eeuw. Toen is Assumburg gebouwd als versterking op de overgang van een hoger gelegen strandwal naar lager gelegen klei- en veengronden. Anders dan nu werd het toenmalige Assumburg ontsloten via een rechte laan vanaf de (huidige) Hoflaan.
Het kasteel heeft in de loop van de eeuwen verschillende eigenaren gekend waaronder ook Andries Adolph Deutz van Assendelft (1764-1833). Hij was tot 1795 burgemeester van Amsterdam en gehuwd met Jacoba Margaretha Boreel (1770-1816).
Aan het eind van de 19e eeuw raakte het kasteel in verval waarna het in 1911 werd verkocht aan de Staat der Nederlanden. Het terrein rondom het kasteel is daarna gebruikt voor de tuinbouw en de bollenteelt en de grote vijver en delen van de grachten werden gedempt met onder meer huisvuil. Het kasteel kreeg in de jaren ’30 een opknapbeurt en is sindsdien een jeugdherberg.
